Powerpoint tekst
Stap 1 in Word
Oorspronkelijke tekst
Synthese:
Stabiliteit van persoonlijkheidskenmerken bij patiënten met een ernstige eetstoornis – Hans Bloks
In de behandeling van patiënten met een ernstige eetstoornis kan door de aanwezigheid van bepaalde persoonlijkheidskenmerken de behandeling niet het correcte resultaat geven. Deze tekst handelt over de studie die gedaan is naar de relatie tussen vier temperamentdimensies (Prikkelzoekend, Leedvermijding, Sociaalgericht en Volharding) en drie karakterdimensies (Zelfsturing, Coöperatief en Zelftrancendent) enerzijds, en symptomen van eetstoornissen anderzijds.
Voor deze studie werden in het totaal 146 vrouwelijke patiënten met eetstoornissen vier keer ondervraagd. Eén keer aan de start van de behandeling, één keer na de behandeling, een derde keer na 1 jaar behandeling en een vierde keer na 2,5 jaar. Dit gaf de onderzoekers de mogelijkheid om na te gaan of er evolutie te zien was in de persoonlijkheid van de patiënten. Ze kregen een vragenlijst voorgeschoteld en daarna volgde een semigestructureerd interview waarin naar bovenstaande dimensies gepolst werd. Deze resultaten werden vergeleken met de resultaten van “gezonde vrouwen”.
De onderzoekers kwamen tot de constatatie dat patiënten met Anorexia Nervosa (AN) en Boulimia Nervosa (BN) bij het begin van de behandeling een hoge score hadden op Leedvermijding en een lage score op Zelfsturing. Deze bevindingen werden bevestigd door een onderzoek op de diagnostische groep, dus we kunnen aannemen dat dit bevinding geldt voor alle patiënten met een eetstoornis.
Leedvermijding en Zelfsturing zijn twee kenmerken van depressiviteit en angstklachten.
Het verband tussen depressiviteit en persoonlijkheidskenmerken is dus hoger dan het verband tussen eetsymptomen (craving, gewild braken, enz.) en persoonlijkheidskenmerken. Wat er tegelijkertijd voor zorgt dat patiënten met een hoge Zelfsturing een grotere kans hebben op herstel, ook dit geldt zowel voor patiënten met AN als BN.
De onderzoekers geven ook nog mee dat hulpverleners voorzichtig moeten zijn met patiënten met AN die een hoge score hebben op Coöperatief. Uit de studie bleek namelijk dat de kans groot is dat deze patiënten hervallen.
Algemene conclusie van de tekst is dat herstelprogramma’s zich niet alleen mogen toespitsen op het behandelen van de eetstoornis zelf maar dat men even veel aandacht moet hebben voor de behandeling van persoonlijkheidskenmerken als Zelfsturing en depressiviteit. Dit maakt de kans op herstel alleen maar groter.